Opnieuw: vliegen | juni 1946

1946 juni _Een_heugelijke_dag_op_Schiphol.jpg

Net als de vorige maand, vertoeven we ook voor juni 1946 in luchtvaartsferen. Werd de vorige maand ingegaan op het enige vliegveld dat Voorburg gekend heeft, nu gaat het om Schiphol. Zoals uit bijgaand verslag [1] blijkt stapte op 15 juni 1946 mevrouw P.G. Beguin uit Voorburg, die met haar zoon Jan Erik de vakantie had doorgebracht in Zwitserland, uit het vliegtuig. Ze was daarmee de honderdduizendste passagier, sinds de heringebruikstelling van Schiphol voor de burgerluchtvaart sinds juli 1945. Dat duidt op een onstuimige groei, maar het verschil met de huidige tijd is enorm. Door de Coronapandemie kwam het vliegverkeer nagenoeg tot stilstand. Ging het in 2019 om 71 miljoen reizigers die via Schiphol vlogen, in 2020 daalde dat naar 20 miljoen. In 2021 lag het aantal tot en mei op bijna 4 miljoen. In dat perspectief is 100.000 reizigers gering.

In die jaren een vliegreis maken naar Zwitserland was voor maar weinig mensen weggelegd. Voor een retour moest in die periode 430 Zwitserse Franken betaald worden[2]. In die periode was het internationaal betalingsverkeer nog sterk gereguleerd. Tegelijk was er veel onzekerheid uit over de onderlinge koersverhoudingen. Pas in 1949 kwamen vaste wisselkoersen tot stand. In de 72 jaar nadien hebben zich vele verschuivingen voorgedaan, in inkomen, prijzen en wisselkoersen. Dat roept de vraag op hoeveel 430 Zwitserse Franken toen, nu in euro’s waard zouden zijn[3]. Uitgaande van de wisselkoersen in 1946 kwam dat in guldens voor dat jaar neer op 265 gulden. Op een gemiddeld jaarinkomen in Nederland in 1946 van ruwweg 2150 gulden, was dat een aanzienlijke uitgave. Het duidt op enige welstand bij mevrouw Beguin. Uitgedrukt in euro’s van nu, zou dat uitkomen op een ticketprijs van 1350 euro voor een retour. De feitelijke prijzen liggen een stuk lager, van 150 euro tot 650 euro. Tegelijk is het inkomen nu beduidend hoger. Kortom, vliegen is duidelijk veel goedkoper geworden.

De naam Beguin is in Voorburg niet onbekend. Dr. J.A.M. Beguin vestigde zich in 1872 als huisarts in Voorburg, in een pand aan de Zwartelaan. Naar hem is de dokter Beguinlaan vernoemd, in Damsigt.  Hij is meer dan 50 jaar huisarts geweest. Zijn zoon A.M.R. Beguin vestigde zich in 1921 als notaris in een voornaam pand in de Herenstraat in Voorburg, waarin zich nu Museum Swaenstein bevindt. Hij had overigens eerst voor priester gestudeerd, de mare gaat dat hij in de tuin aan de Zwartelaan vaak liep te brevieren. Pas later koos hij alsnog voor het notarisberoep. Niet duidelijk is wat de relatie van de eerdergenoemde mevrouw Beguin is tot deze familie.

[1] Nieuwe Overijsels Dagblad, Rooms Katholiek Dagblad voor Overijsel, 17 juni 1946, blz. 1 (Toen werd Overijsel nog met één s geschreven)

[2] Dienstregeling KLM voorjaar 1946

[3]  De volgende berekeningen zijn van het kaliber bierviltje.