Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Silvain Adrien Blok | Den Haag | 29-12-1900 | Midden-Eur. | 30-6-1944 | 43 | |||||
Bertha Blok-Kusheron | Amsterdam | 7-3-1902 | Auschwitz | 10-9-1943 | 41 | |||||
Rachel Lina Blok | Den Haag | 27-7-1928 | Auschwitz | 10-9-1943 | 15 |
Silvain Blok was bij zijn trouwen met Bertha Kusheron in 1927 al postzegelhandelaar. Tot 1941 was hij eigenaar van de Haagsche Postzegelhandel aan het Noordeinde 196. In maart van dat jaar bepaalde de bezetter dat kleine Joodse ondernemingen geliquideerd moesten worden. Het is niet duidelijk hoe Silvain hiermee is omgegaan en wat dit betekende voor zijn dagelijkse werkzaamheden. In ieder geval woonde het gezin eind 1941 in Voorburg. Waarschijnlijk is de moeder van Silvain, de weduwe Rachel Blok-Snijders, met het gezin meeverhuisd naar Voorburg. Zij is in 1942 op 69-jarige leeftijd in Voorburg overleden.
Op 10 oktober 1941 plaatst het echtpaar Blok-Kusheron een advertentie voor een hulp in de huishouding. “Hulp voor ruw werk aanwezig” zegt de advertentie. Anderhalve maand later plaatsten ze opnieuw een advertentie voor een “meisje voor alle huiselijke bezigheden”, zeer hoog salaris. Wellicht heeft de eerste advertentie niet het gewenste resultaat opgeleverd.
Dochter Rachel Blok zat in het cursusjaar 1941-1942 in de eerste klas van de HBS van het Joods Lyceum in Den Haag.
Met ingang van 1 september 1941 mochten Joodse kinderen slechts scholen bezoeken die uitsluitend voor Joodse leerlingen waren bestemd. In Den Haag werd een maand later het Joods Lyceum in de Fisherstraat 135 geopend. Dit Joods Lyceum bleef bestaan tot 26 november 1942, waarna de school onder de naam Joodse School voor Voortgezet Onderwijs werd verplaatst naar de Bezemstraat. Deze school hield stand tot 15 april 1943.
Rachel Blok komt niet meer voor op de lijst van tweede-klassers.
Moeder en dochter zijn begin september 1943 naar Westerbork gebracht en daar in barak 67 geplaatst. Dit was een strafbarak, veelal bestemd voor personen die na onderduik opgepakt waren. De mensen in een strafbarak hadden een verhoogde kans om snel, meestal met het eerstvolgende, op transport te gaan. Zo verging het ook Bertha en Rachel. Op 7 september 1943 vertrokken zij naar Auschwitz, waar zij na aankomst op 10 september 1943 werden vergast.
Vader Silvain Blok is vijf maanden later in Westerbork aangekomen. Ook hij is in strafbarak 67 terecht gekomen. Wellicht heeft hij langer in onderduik kunnen blijven. Ook hij is direct op (straf)transport gesteld naar het oosten, op 8 februari 1944. Als overlijdensdatum wordt aangehouden 30 juni 1944. Wanneer de laatste dag van een kwartaal als datum van overlijden wordt aangegeven, betekent dit vaak dat de datum niet met zekerheid te zeggen valt, maar dat het overlijden ergens in het afgelopen kwartaal heeft plaatsgevonden. Het is aannemelijk dat Silvain is bezweken aan (te) zware dwangarbeid in de buurt van een van de concentratiekampen.