Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Abraham Dagloonder | Amsterdam | 30-1-1914 | Auschwitz | 30-9-1942 | 28 | |||||
Cato Dagloonder-Huisman | Den Haag | 27-3-1917 | Auschwitz | 19-8-1942 | 25 | |||||
Jonas Dagloonder | Den Haag | 7-2-1940 | Auschwitz | 19-8-1942 | 2 |
Abraham Dagloonder was kleermaker. Het echtpaar woonde sinds hun trouwen op 28 juni 1939 in Voorburg. Daarvoor woonden Abraham en Cato ieder apart in Den Haag. Ruim zeven maanden na hun huwelijk werd hun zoontje Jonas geboren.
Het jonge gezin behoorde tot de eerste groep Voorburgers die op 15 augustus 1942 naar Westerbork zijn gebracht en op 17 augustus 1942 op transport zijn gezet naar Auschwitz. Moeder Cato is direct, samen met haar 2-jarig zoontje omgebracht. Abraham volgde ruim een maand later.
Volgens Joodsmonument.nl woonde op hetzelfde adres ook grootvader Abraham Dagloonder, weduwnaar, geboren Amsterdam 26-6-1869 en overleden in Sobibor, 30 april 1943. Deze Abraham, bloemenkoopman, wordt ook vermeld bij het gezin J.J. van Creveld-Dagloonder, Vijverhofstraat 109b, Rotterdam en bij het gezin Simon Dagloonder, Zwanenburgwal 14a-III in Amsterdam. Waarschijnlijk verbleef hij regelmatig bij een van zijn kinderen.
Waarschijnlijk is de woning Koningin Wilhelminalaan 350 na het vertrek van het gezin Dagloonder bewoond geworden door Johan Leon Goudsmit (Oosteinde 205). Het adres KW-laan 350 staat op zijn registratiekaart van de Joodse Raad als zijn laatste woonadres.
Het pand komt ook voor op de lijst van gedwongen woningtransacties (Verkaufsbücher). Volgens deze lijst was het huis in eigendom van de familie Waisvisz (Molenwijkstraat 8), die in oktober 1942 naar Westerbork was afgevoerd. Daarna is het op 1 augustus 1943 ‘verkocht’ (onteigend) via een onder Duits gezag staande beheerder van het geroofde onroerend goed.