Familie Zuiden - van IJssel, Koningin Wilhelminalaan 42

Familie Zuiden - van IJssel, Koningin Wilhelminalaan 42

Naam   Geboorteplaats   Geboortedatum   Overleden   Datum overlijden   Leeftijd
Elias van Zuiden  Hoogeveen 9-5-1911 Auschwitz   24-9-1943   32
Louise van Zuiden-van IJssel  Den Haag 13-6-1911 Auschwitz   24-9-1943   32
Abraham Jacques van Zuiden  Den Haag 7-5-1941 Auschwitz   24-9-1943   2
Sipora Klara Jeanne van Zuiden Den Haag 7-5-1941 Auschwitz   24-9-1943   2
   
Henriette van IJssel Den Haag 20-11-1919 Sobibor   9-7-1943   23
Louisa van IJssel Den Haag 22-6-1927 Sobibor   9-7-1943   16

Elias van Zuiden was een zoon van Abraham van Zuiden, slager in Hoogeveen. Op zijn registratiekaarten staat Elias vermeld als fabrikant en als slager.

Het jonge echtpaar Elias en Louise van Zuiden-van IJssel is met hun bijna tweejarige tweeling Abraham en Sipora op 31 maart 1943 in Kamp Vught beland. Elias is daarna enige tijd tewerkgesteld in het Arbeitslager Waterloo bij Oud-Leusden/Amersfoort. Hier werden meestal jongens en mannen ingezet die aan de Arbeitseinsatz hadden willen ontkomen.

Na een verblijf van ruim twee maanden in Vught zijn Louise en de kinderen met het zogenoemde Kindertransport vanuit Vught naar Westerbork vervoerd, waar zij op 8 juni 1943 aankwamen. Vrijwel alle personen die deel uitmaakten van dit beruchte Kindertransport van begin juni 1943 zijn direct doorgestuurd naar Sobibor. Dit lot is Louise en haar twee kinderen op dat moment bespaard gebleven. Zij kregen de kans om de hele zomerperiode in Westerbork te blijven. Half juli 1943 kon vader Elias zich bij hen voegen. Tenslotte is het complete gezin op 21 september 1943 op transport gezet naar Auschwitz, waar zij bij aankomst zijn vergast.

Henriette en Louisa van IJssel zijn nichten van Louise van Zuiden-van IJssel. Hun vaders waren broers. Beide jonge vrouwen zijn werkzaam in verzorgende beroepen, Henriëtte is inspectrice van rusthuizen, en Louisa is verpleegster.

De zussen staan bij hun deportatie op hetzelfde adres in Voorburg ingeschreven als hun tante en oom. In april 1942 komen zij nog voor op het adres Stille Veerkade 22, Den Haag. De twee vrouwen zijn dochters van Gabriel van IJssel, poelier en handelaar in pluimvee, en Rosette van IJssel-Mol. Deze ouders zijn eveneens in Sobibor omgekomen, ongeveer zes weken voor hun dochters.

Ook Henriette en Louisa zijn eerst in Kamp Vught geïnterneerd geweest voordat zij op 3 juli 1943 in Westerbork arriveren. Tante Louise van Zuiden-van IJssel is daar dan al drie weken met haar twee peuters.

Henriëtte probeert nog bij de Joodse Raad een Sperre, een vrijstelling van deportatie te krijgen, omdat zij een verklaring van de Duitse autoriteiten heeft dat zij bij de Joodse Raad in Den Haag documentatiewerk heeft gedaan. De moeite is vergeefs.

Drie dagen na aankomst in Westerbork worden de zussen op de trein gezet naar Sobibor. Daar  eindigt hun jonge leven op 9 juli 1943, op een leeftijd van 23 en 16 jaar.