Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Jonas Isidore Stern | Zwolle | 9-7-1939 | Westerbork | 16-6-1943 | 3 |
Jonas Isidore Stern was een zoon van Samson Stern en Sippora Saartje van Furth. Het echtpaar trouwde in 1938. Volgens gegevens van de burgerlijke stand verhuisde moeder Sippora na hun trouwen van haar ouderlijk huis op de Schenkkade 84 Den Haag naar Zwolle, waar hun zoontje Jonas werd geboren.
Samson Stern was chiropodist (voetverzorger). In de eerste oorlogsjaren had hij een Sperre gekregen van de Joodse Raad, een (tijdelijke) vrijstelling van deportatie omdat hij vanaf juli 1942 werk verrichtte voor de Haagse Joodse Raad.
Op 22 april 1943 moesten de laatste Joden in Zuid-Holland zich in kamp Vught melden, ook de personen met een Sperre.
Samson en Sippora vertrokken met Jonas naar Vught en meldden zich daar. Ook Hartog van Gelder, een 17-jarige jongen wiens familie in Den Haag was gearresteerd, waarna hun huis was verzegeld, en die daarna op de Van Halewijnlaan 107 was ingetrokken, maakte dezelfde reis naar Vught.
Samson werd ingeschreven als verpleger. De 3-jarige Jonas Stern is vermeld in het boek ‘Joodse kinderen in het kamp Vught’(1e druk 1999) van Janneke de Moei.
Na een verblijf van twee en een halve maand in Vught wordt het gezinnetje, vader Samson, moeder Sippora en de 3-jarige Jonas Stern, op 7 juni 1943 met het beruchte massale kindertransport van Vught naar Westerbork gebracht.
Jonas bleek ernstig ziek en mocht daarom met zijn ouders in Westerbork achterblijven toen de meerderheid van het transport verder werd gedeporteerd naar Sobibor. In Westerbork zal vader Samson zijn beroep enigszins hebben kunnen oppaken, want een aantekening op zijn registratiekaart zegt dat de pedicure-instrumenten, waarom verzocht was, zijn afgezonden. Philip Mechanicus, een journalist die in Westerbork een dagboek bijhield (‘In dépôt’,1964), meldt in een aantekening van kort daarna dat zo'n 50 kinderen afkomstig uit Vught met mazelen, roodvonk en bof verspreid lagen over de ziekenbarakken. Op 17 juni 1943: "De kindersterfte blijft hier zorgen baren".
Jonas is op 16 juni 1943 in Kamp Westerbork overleden. Als doodsoorzaak wordt ook voor hem genoemd: uitputting, ondervoeding en gebrek aan medicijnen in kamp Vught. Jonas is op 18 juni 1943 gecremeerd. De urn met zijn as is later op de Joodse begraafplaats in Diemen bijgezet.
Vader Samson Stern en moeder Sippora Stern-van Furth zijn op 4 september 1944 vanuit Westerbork naar Theresienstadt gebracht. Samsom is drie weken later naar Auschwitz/Birkenau gebracht en vervolgens in nog drie andere concentratiekampen terechtgekomen. Het laatste werkkamp was Blechhammer, een subkamp van Auschwitz. Toen dit kamp op 21 januari 1945 werd ontruimd vanwege de naderende bevrijding door het Rode Leger heeft Samson kunnen ontsnappen en heeft in hartje winter via Odessa het 1200 km verderop gelegen Marseille kunnen bereiken. In de zomer van 1945 is hij tenslotte weer in Nederland aangekomen.
Ook moeder Sippora is terug gekomen uit Theresienstadt nadat dit kamp in 1945 was bevrijd. Enkele jaren na de oorlog, in 1950, is het echtpaar Stern-Van Furth met hun inmiddels in 1946 in Den Haag geboren dochter Elly naar Australië geëmigreerd.