Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Kunigunde Henriette Eisenstein-Stern | Borbeck | 03-04-1865 | Westerbork | 30-8-1943 | 78 |
De bejaarde Kunigunde Henriette Stern is geboren in Borbeck, nu een stadsdeel van de Duitse stad Essen in het Ruhrgebied. Zij was weduwe van Louis Eisenstein, die in Dortmund een boekdrukkerij had. Het echtpaar is in 1894 in Dortmund getrouwd en kreeg vier dochters. Louis is overleden in mei 1929, 62 jaar oud.
Kunigunde behoorde tot de Joodse vluchtelingen die al voor de oorlog vanuit Duitsland naar ons land zijn gekomen in de hoop aan vervolging te ontkomen. Die hoop bleek ijdel, want de vervolging zette zich tot in Nederland door.
Over haar leven in Nederland is weinig bekend. Zij komt niet voor in het bevolkingsregister van Voorburg. Haar met de hand geschreven Joodse Raad-kaart geeft als adres Looierslaan 43 te Leidschendam, hoewel dit adres aan de Voorburgse kant van de Looierslaan ligt.[1] Het Adresboek 1938/1939 vermeldt J. Burgerhout op haar woonadres.
Op 22 april 1943 is de inmiddels 78-jarige weduwe ingeschreven in Kamp Westerbork. Na deze datum gold een verbod voor Joden om te verblijven in een van de provincies, waaronder ook Zuid-Holland. Zo’n 25 Voorburgse Joden zijn op 22 april op de trein gestapt om zich in Vught te melden. Wellicht heeft Kunigunde op eigen initiatief de trein genomen naar Westerbork.
Na een verblijf van vier maanden in woonbarak 11 in Kamp Westerbork is zij op 30 augustus 1943 aldaar overleden en op 1 september 1943 gecremeerd. De urn met haar as is bijgezet op de Joodse begraafplaats in Diemen.
[1] Tot de fusie in 2002 vormde de Looierslaan de grens tussen de gemeenten Voorburg en Leidschendam.

Aan de Leidschendamse kant van de Looierslaan, op nummer 48, aan de overkant van de straat, woonde een dochter van Kunigunde en Louis. Deze dochter, Julie Hoek-Eisenstein, in 1897 geboren in Dortmund, was rond 1937 gehuwd met de niet-Joodse Frits Hoek (1892-1956).
Julie is op 31 maart 1944 in Rotterdam gearresteerd en een dag later naar Westerbork overgebracht. Na 4 dagen is zij daar ontslagen en in vrijheid gesteld, waarschijnlijk omdat zij gemengd gehuwd was. Zij heeft de oorlog overleefd. Twee van haar zussen zijn omgebracht, terwijl één zus begin mei 1945 uit concentratiekamp Theresienstadt is bevrijd.

