Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Marcus Israël | Arnhem | 25-06-1873 | Sobibor | 21-5-1943 | 69 |
Marcus Israël werkte tot zijn pensioen als chef commies bij de Nederlandse Spoorwegen in Den Haag Staatsspoor. Op zijn 26ste trouwde hij met Clemence Maisonpierre, geboren in Maastricht. Met haar kreeg hij drie zonen, Jacob (1901-1942), Philip (1905-1944)) en Simon (1919-2000). Jacob en Philip zijn beiden in Auschwitz omgekomen. Jacob is opgepakt voor het niet dragen van de jodenster. Hij werkte bij de Nederlandse Bank, maar was daar als Jood inmiddels ontslagen. Philip was kantoorbediende. Simon overleefde de oorlog en overleed op 80-jarige leeftijd.
Na 40 dienstjaren ging Marcus met pensioen en verhuisde in 1934 met echtgenote Clemence en jongste zoon Simon van de Jan van Riebeekstraat 9 in Den Haag naar Voorburg, waar hij in de Nicolaas Beetslaan 14 een mooi huis kocht, dicht bij het spoor en destijds aan het einde van de straat en van het dorp. De zonen Jacob en Philip waren inmiddels getrouwd en woonden al elders.
Na enkele jaren werd Clemence helaas ernstig ziek en overleed in mei 1939.
In de oorlog werd het huis al snel door de Duitsers geconfisqueerd en moesten Marcus en Simon vertrekken. Aanvankelijk is Marcus ingetrokken in een pension aan de Laan van Nieuw Oosteinde 234. Simon verdween in de onderduik. Later is Marcus verhuisd naar de Juliana van Stolberglaan 28 in Den Haag en van daaruit getransporteerd naar Westerbork.
Bijzonder is, dat Marcus Israël in Westerbork op 1 maart 1943 is hertrouwd met de 62-jarige Clara Barnstijn (1880 – 1943), die voorheen in de Vondelstraat in Den Haag woonde en als laatste woonadres Juliana van Stolberglaan 28 had. Clara was al 10 jaar weduwe van Abraham Marcus (1969 – 1933). Clara Barnstijn en Marcus Israël zullen al een poos samen hebben gewoond in de Juliana van Stolberglaan. Zij zijn ook samen in Westerbork aangekomen.
Na ruim twee maanden is het echtpaar Israël-Barnstijn naar Sobibor gedeporteerd waar ze op 21 mei 1943 zijn vergast.
Opmerkelijk is, dat het in Westerbork gesloten huwelijk administratief niet is doorgekomen naar Den Haag. In de overlijdensakte van zowel Marcus Israël als van Clara Barnstijn wordt niet de nieuwe huwelijkspartner genoemd, maar de vroegere.