Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Maurits Kuckulus | Den Haag | 18-6-1924 | Bremen-Farge | 25-3-1945 | 20 |
Maurits Kuckulus was een zoon van kantoorbediende Wilhelmus Jacobus Johannes Kuckulus en Garina Alberdina Cohen. Beide ouders zijn geboren en getrouwd in Amsterdam. In Amsterdam zijn ook de oudste twee kinderen geboren, Wilhelmus (Wim, 1920-1993) en Lutina (1922- ?). Maurits was het derde en jongste kind. Hij werd geboren in Den Haag, nadat het gezin rond 1923 daarheen was verhuisd.
In april 1935 vestigt het gezin zich vanuit Den Haag in Voorburg, Van de Wateringelaan 78, en verhuist in maart 1939 naar de Van Montfoortstraat 33.
Maurits wordt eind juli 1944 gearresteerd op het kantoor waar hij werkte, ruim een jaar nadat Zuid-Holland door de nazi’s ‘judenrein’ was verklaard. Eerst werd hij naar Scheveningen en vervolgens naar Kamp Vught gebracht. Een mede-kampbewoner vertelt dat Maurits daar ziek was vanwege een difterie-infectie. Vanuit Vught is hij naar Sachsenhausen vertrokken, waar hij als kok in een bijkamp werd tewerkgesteld. Begin februari 1945 wordt Maurits aangetroffen in Bergen-Belsen. Hier blijft hij tot 2 maart 1945 en wordt dan overgeplaatst naar Bremen-Farge, een satellietkamp van Neuengamme, gesitueerd ten noord-westen van Bremen.
Het merendeel van de gevangenen in Bremen-Farge werd ingezet bij de bouw van een ondergrondse bunker voor de constructie van U-boten (onderzeeërs). Dit project had de codenaam ‘Valentin’.
In de bunker zouden alle onderdelen van een U-boot samengebracht worden en dan zou een volledige U-boot de bunker verlaten. Het plan was om een kanaal naar de bunker te graven zodat de U-boot makkelijk naar binnen en naar buiten gebracht kon worden.
De bouw van de bunker begon rond 1943. In 1945 was de bunker bijna klaar, maar de bouw is nooit afgemaakt. Er is nooit een U-boot geassembleerd in de bunker.
Eind maart 1945 werd de bouwplaats zwaar gebombardeerd door de geallieerden, waardoor de bunker zodanig beschadigd werd dat de bouw gestopt moest worden. Wellicht is Maurits daarbij getroffen door een bom of is hij bezweken aan uitputting of ziekte. Ruim twee weken na zijn overlijden is het kamp vanwege het oprukken van de geallieerden geëvacueerd en is het op 10 april 1945 opgeheven.
Tijdens de bouw van ‘Valentin’ zijn er 1.750 gedwongen arbeiders en krijgsgevangenen omgekomen, waaronder Maurits Kuckulus. Hij had als gevangene het nummer 74396.
De ouders en de broer van Maurits hebben de oorlog overleefd. Zij woonden na de oorlog op de Koningin Wilhelminalaan 306. Van zijn zus zijn geen verdere gegevens bekend.