Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Moritz Meijer | Winschoten | 09-06-1882 | Auschwitz | 2-11-1942 | 60 |
Moritz Meijer was vrijgesteld van militaire dienst omdat hij de “eenige wettige zoon” was van zijn ouders Israel Meijer en Esther Helena Snoek. Het echtpaar had nog wel twee dochters, waarvan er één in het bevolkingsregister van Voorburg is ingeschreven in juni 1934.
Moritz was eerst klerk bij de posterijen en later inspecteur van de Lotisico (een risicoverzekering tegen loterijen) in Den Haag. Moritz is gehuwd geweest met Ettiena Schott, maar is in 1928 van haar gescheiden.
In Voorburg woonde Moritz op de Laan van Nieuw Oosteinde 218 (nog vóór de oorlog vernummerd tot 304), maar ten tijde van zijn deportatie had hij een adres in Den Haag, Barentszstraat 23.
Hij is op 29 oktober 1942 in Westerbork aangekomen zonder een oproep te hebben gekregen of afgewacht en is daags erna op transport gezet naar Auschwitz. Wellicht was hij in Den Haag in onderduik en werd hij gearresteerd waarna hij direct is afgevoerd.
Ettiena Meijer-Schott stond volgens Joodsmonument.nl in 1942 geregistreerd op de François Valentijnstraat 199, Den Haag. Zij is een half jaar na Moritz omgebracht in Sobibor, 28 mei 1943.
Moritz en Etienna hadden twee kinderen, Henri Arnold en Alfred Max. Net als hun vader zijn ook de beide zoons omgebracht, Henri op 14 augustus 1942 in Auschwitz, 32 jaar, en Alfred in Mauthausen op 15 januari 1943, 30 jaar oud. Henri was slager. Alfred werkte bij de Schoen- en Lederfabrieken Bata-Best. De persoonskaart van Alfred laat zien dat hij is bekeerd tot het R.K.-geloof.
