Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Rachel Davidson | Den Haag | 11-9-1888 | Auschwitz | 9-8-1942 | 53 | |||||
Elisabeth Varkevisser-Davidson | Den Haag | 19-7-1886 | Voorburg | 4-8-1942 | 56 |
Rachel Davidson woonde in de oorlogsjaren in bij haar zus Elisabeth, die in 1929 was getrouwd met de niet-Joodse Willem Cornelis Varkevisser (1879 – 1963). Hij was ambtenaar bij het hoofdbestuur van de PTT in Den Haag. Ook Sara, een zus van Rachel en Elisabeth, werkte bij het hoofdbestuur van de PTT. Zelf had Rachel eveneens een kantoorbaan.
Eerder had Rachel een aantal jaren bij haar oudste zus Truitje en haar man in Rotterdam in huis gewoond. Zij behoorde tot de ‘christenjoden’, Joden die tot het christendom zijn bekeerd [1]. De inboedellijst van de woning maakt onder andere melding van een crucifix in een van de kamers, een ongebruikelijk symbool in een woning van Joden, en een uiting van haar bekering tot het christendom.
Vele christenjoden zijn op 2 augustus 1942 opgepakt als vergelding van een brief van de gezamenlijke bisschoppen van Nederland, waarin zij de vervolging en deportatie van de Joden veroordeelden en aanklaagden. Deze brief is op 26 juli 1942 in alle rooms-katholieke kerken voorgelezen. Als reactie op de inhoud van de brief is door de nazi’s besloten al op 2 augustus 1942 alle christenjoden te arresteren en te deporteren. De Duitsers hadden gewild dat de bisschoppen hun dankbaarheid zouden uitspreken over het voornemen om de christenjoden (voorlopig) te sparen. In plaats daarvan protesteerden de bisschoppen hevig tegen de op handen zijnde vernietiging van alle Joden. De ergernis hierover bracht de nazi’s tot het besluit de katholieke Joden direct op te pakken en weg te voeren.
Zo is ook Rachel Davidson als een van de ca. 400 christenjoden opgepakt en naar Kamp Amersfoort overgebracht. Op 4 augustus is zij naar Westerbork gebracht en drie dagen later op transport gezet naar Auschwitz, waar zij direct na aankomst is vermoord, op dezelfde dag als de van origine Joodse Edith Stein.
Rachel Davidson was een van de eerste Voorburgse slachtoffers van de Holocaust. Op haar registratiekaart van de Joodse Raad in Westerbork staat de afkorting o.A. : ohne Aufruf, zonder oproep in Westerbork aangekomen op 4 augustus 1942 en doorgezonden op 7 augustus 1942.
Rachel’s zus Elisabeth overleed in Voorburg op 4 augustus 1942, slechts twee dagen na de arrestatie van Rachel. Over de doodsoorzaak van Elisabeth is niets met zekerheid bekend. Wellicht was zij ook christenjodin en heeft zij na de arrestatie van haar zus het noodlot niet afgewacht, maar haar lot in eigen hand genomen. Vanaf juli 1942, het begin van de deportaties, laten de statistieken weer een opleving zien van het aantal zelfdodingen onder Joodse burgers.
De aan de uitvoerders van de arrestaties meegegeven richtlijnen luidden: ‘Te arresteren zijn de opgevoerde Joden met al hun familieleden.’ Dit kan ook hebben bijgedragen aan haar voortijdige dood.
[1] Behalve Rachel Davidson behoorde ook Sebilla Bak-Meiler, Schellinglaan 11, tot de vermoorde Joden uit Voorburg die zich hebben bekeerd tot het katholicisme.