Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Rosa Widensky | Sedlitz (Pl) | 23-09-1879 | Auschwitz | 5-11-1942 | 63 |
Rosa Widensky is in 1909 in Lodz (Polen) getrouwd met Chaim Flem. Zij was Poolse, hij een Rus. Het echtpaar vestigde zich in St. Petersburg. Daar werden ook hun twee zoons geboren, Wladimir, (1910-2006) en Boris (1923-2001).
Echtgenoot Chaim werd in 1925 gedood door een ‘passeur’ (iemand die tegen betaling helpt de grens clandestien over te steken), toen hij via de Russisch-Finse grens naar Hamburg wilde gaan, waar een zus van Chaim woonde. Rosa en haar kinderen zouden zich in Hamburg bij hem voegen. Chaim werd 43 jaar oud.
Het gezin behoorde tot de Joodse vluchtelingen die voor de oorlog vanuit Rusland naar het westen zijn gekomen in de hoop aan vervolging te ontkomen. Ondanks de dood van hun vader is Rosa in 1925 toch met haar kinderen naar Hamburg vertrokken. Daar kon Rosa zich in leven houden door in het havengebied een winkeltje te beginnen. Haar zoon Wladimir studeerde in Hamburg aan de kunstacademie grafische vormgeving, terwijl zoon Boris naar de kleuterschool en later naar kostschool ging. In 1933 vertrok Wladimir naar Nederland, waar hij bij de Rotterdamse uitgever Nijgh & Van Ditmar in dienst kon treden als grafisch ontwerper. In de oorlog ontliep hij zijn lot door naar Zwitserland te vluchten. Na de oorlog ontwierp hij tal van (bekende) reclameposters voor de industrie. In Museum Boymans van Beuningen is werk van hem te zien. Ook was hij later als docent verbonden aan de Rotterdamse Academie voor Beeldende Kunsten (nu Willem de Kooning Academie, een internationaal toonaangevende academie voor bachelor- en masteropleidingen in media, art, design, leisure en education).
In 1938 moesten Rosa en Boris Duitsland plotseling verlaten vanwege de voor Joden steeds slechter wordende omstandigheden. Rosa kreeg toestemming om zich in Nederland te vestigen, maar Boris, 15 jaar oud inmiddels, moest zijn toevlucht zoeken bij een neef in België, waar hij in Charleroi op een internaat met een technische opleiding werd geplaatst. In 1942 werd Boris in België gearresteerd en naar een werkkamp in Beieren gestuurd. Daar bleef hij tot het einde van de oorlog. Een dochter van Boris, Lydia Rose Flem (geb. 1952) is een Franstalige Belgische schrijfster, psycho-analiste en fotografe. Zij schrijft o.a. dat haar vader voortkomt uit een familie van intellectuelen. Over haar grootmoeder Rosa werd door haar vader bijna nooit gesproken. Over haar schrijft ze: ‘Van mijn grootmoeder Rose erfde ik mijn middelste naam, een recept voor strudel met maanzaad en een medaillon van blauw email’.
Over het leven van Rosa Widensky in Nederland is verder weinig bekend.
Zij heeft zich in november 1938 vanuit Hamburg laten inschrijven in Den Haag en ging wonen in Scheveningen, Zwolsestraat 247. Daar woonde zij samen met haar zoon Wladimir, die al enkele jaren op een ander adres in Den Haag had gewoond. In de Emmakliniek in Scheveningen werd een dochter van Wladimir geboren, Kyra Herna Flem.
In het begin van de oorlog dienden alle niet-Nederlandse Joden op last van de Duitse autoriteiten de kustgebieden te verlaten. Wellicht is dat de reden dat Rosa is verhuisd naar Voorburg, Pauwstraat 3. Wladimir kreeg in april 1942 een oproep, maar ontkwam deportatie door te vluchten naar Zwitserland, waar hij terechtkwam in een kamp voor Nederlandse vluchtelingen. Daar meldde hij zich als vrijwilliger bij de Nederlandse krijgsmacht en overleefde de oorlog.
Begin september 1942 wordt Rosa Widensky gearresteerd en op 4 september 1942 arriveert zij in Westerbork. Daar verblijft zij twee maanden voordat ze op 2 november 1942 naar Auschwitz wordt gedeporteerd. Na een reis van 3 dagen wordt zij daar bij aankomt vergast.
Op 10 november 1949 krijgt haar zoon Boris in België een brief van het Rode Kruis met het bericht over haar lot.