Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
Samuel Levie | Zwolle | 13-03-1894 | Auschwitz | 11-2-1944 | 49 |
Samuel Levie was het 7e kind uit het gezin van Benjamin Levie en Vrouwke Lievendag. In 1917 trouwde hij met Elisabeth Aptroot (1891-1979). Samuel was koopman. Hij handelde in aardewerk en porseleinen serviezen, o.a. van de merken Pfeiffer und Löwenstein (Puls). Hij kocht het in bij fabrikanten in Duitsland en Bohemen en reisde daar af en toe heen. Hij leverde o.a. aan het luxe modehuis Hirsch & Cie.
Na hun trouwen is het echtpaar in Zwolle gaan wonen. Daar worden hun twee zonen geboren, Benjamin (1918) en Hein (1920). In de jaren 1920 is het gezin vervolgens van Zwolle naar Amersfoort verhuisd.
Via zijn vrouw Elisabeth Aptroot is Samuel Levie verwant aan Herman Hartog die met zijn vrouw Annie Elise Hartog-Polak in de Dr Blookerstraat 26 in Voorburg woonde: de moeder van Herman Hartog (Leentje Aptroot) was een schoonzus van Samuel Levie.
Ook bestaat er een aangetrouwde familierelatie met Wilhelm/Willy Adelaar (Koningin Wilhelminalaan 508c): de schoonouders van Samuel Levie zijn de grootouders van een schoonzus van Willy Adelaar.
Aan het begin van de oorlog zijn Samuel Levie en Elisabeth Aptroot naar Voorburg verhuisd.
Drie van de vier gezinsleden staan op de lijst met Joden uit Voorburg die begin 1942 in opdracht van de bezetter door de burgemeester is opgesteld. Oudste zoon Benjamin ontbreekt op deze lijst. Het gezin zal zich tussen 1940 en 1942 op de Laan van Nieuw Oosteinde 462 hebben gevestigd.
Het echtpaar koos er voor zich niet te melden na een oproep tot “werkverruiming onder politietoezicht” en dook gescheiden onder. Maar op een kwade dag in januari 1944 zat Samuel Levie in Den Haag in de tram en werd herkend door iemand die hem verraden heeft.
De registratiekaart van de Joodse Raad geeft aan dat Samuel op 28 januari 1944 is aangekomen in Westerbork. Omdat hij als onderduiker is opgepakt is hij daar in strafbarak 67 geplaatst. Kort na aankomst in Westerbork, namelijk op 8 februari 1944 is hij doorgezonden naar Auschwitz, waar hij drie dagen later is vergast.
Elisabeth Aptroot heeft de oorlog in onderduik overleefd. Ook de beide zonen overleefden. Elisabeth woonde na de oorlog een tijdje op het Van Halewijnplein 17 in Voorburg. Na een aantal jaren verhuisde zij naar Den Haag. Op 12 maart 1979 is zij in Bussum overleden, 87 jaar oud.
Haar oudste zoon Benjamin (Benno) studeerde medicijnen in Utrecht en Leiden en vestigde zich in 1951 als huisarts in Amsterdam. Hij trouwde in 1948 en het echtpaar kreeg drie kinderen. Thuis werd – zoals in zoveel andere getroffen gezinnen – niet over de oorlog gesproken.
De jongste zoon Hein is in de oorlog als jonge twintiger via Frankrijk, Zwitserland en Spanje naar Engeland gevlucht. Daar deed hij werk voor de Royal Air Force (RAF) en is kort na de bevrijding teruggekeerd naar Nederland. Niet veel later emigreerde hij naar Australië en vervolgens naar Nieuw-Zeeland. Hij trouwde en kreeg met zijn vrouw twee kinderen.
