Buitenplaats Hoekenburg | 17 juni 1925

25-06 Hoekenburgh.jpg

 

In de huidige tijd worstelen veel gemeenten soms met de exploitatie van het grondbedrijf. De opzet is natuurlijk om grond goedkoop te verwerven, en voor een betere prijs te verkopen aan partijen, die datgene doen wat de gemeente graag wil, zoals woningen bouwen of bedrijfsterreinen ontwikkelen. Maar als de grond duur is gekocht, en de plannen veranderen of de conjunctuur valt tegen, dan kan dat een aanzienlijk financieel risico betekenen.
Dat lijkt bij de in dit artikel vermelde transacties niet het geval te zijn geweest. Het moet voor de gemeente wel een aanzienlijke investering zijn geweest. De begroting voor de gemeente in het jaar 1925 bedroeg in totaal 2,2 miljoen gulden. 260.000 gulden was dus ongeveer 12%. Dat bedrag komt anno 2025 neer op ongeveer 5,5 miljoen gulden, pakweg 2,3 miljoen euro. 
Maar door het  aangekochte Hoekenburg inclusief wat extra gronden, direct door te verkopen aan de stichting ‘Effeta’ [sic – de juiste spelling is ‘Effetha’ !], kan Voorburg hierbij wellicht zelfs een batig saldo hebben gerealiseerd. Erg waarschijnlijk is dat echter niet, want op Wikipedia staat: ‘In 1926 kocht Effatha (het blijft een lastig woord) een groot terrein, Hoekenburg en Arentsburg in Voorburg, voor ruim 100.000 gulden.’ De stichting Effetha heeft tussen 1926 en 2000 op deze lokatie een dovenschool geexploiteerd. Door de verkoop aan Effetha werd de buitenplaats in stand gehouden, het natuurschoon behouden, en een rendabele exploitatie van de gronden. Opmerkelijk is wel dat er niet gerept wordt over de Romeinse vondsten op dat terrein. 
 (Nieuwe Haarlemse Courant)