Familie Hertz
Familie Hertz
Laan van Leeuwesteyn 22
Naam |
Geb.pl. |
Geb.dat. |
Overl. |
Overl.dat. |
Lftd |
Jacques Gustave Hertz |
Sittard |
04-08-1895 |
Auschwitz |
31-03-44 |
48 |
Rela Hertz-Heijmans |
Enschede |
04-07-1892 |
Auschwitz |
10-09-43 |
51 |
Hermine Bonn-Hertz |
Rotterdam |
13-12-1918 |
Auschwitz |
30-06-44 |
25 |
Jaap Herman Hertz |
Rotterdam |
04-09-1923 |
Mauthausen. |
13-11-42 |
19 |
Carina Hertz |
Voorburg |
20-11-1933 |
Auschwitz |
10-09-43 |
9 |
Jacques Hertz was – evenals zijn vader – zakenman. Zijn familie zat in de handel in granen. Hij was in 1917 getrouwd met Rela Heijmans. In 1928 verhuisde het gezin naar Voorburg. Daar is hun jongste kind, Carina, geboren. Ook de vader van Rela, Jacob Heijmans, woonde tot zijn overlijden in oktober 1941 bij het gezin in. Geen van de leden van het gezin heeft de oorlog overleefd.
Zoon Jaap, een goede pianist, werd als eerste van het gezin opgepakt, eind juli 1942, in Limburg waar familie woonde. Ondergedoken of op de vlucht naar Zwitserland? Na een paar maanden in de gevangenis van Maastricht gezeten te hebben is Jaap begin oktober overgebracht naar Kamp Amersfoort. Op 22 oktober 1942 is hij vervolgens doorgestuurd naar werkkamp Mauthausen. Daar moest hij werken in de steengroeve. Drie weken na aankomst is hij ‘auf der Flucht erschossen worden’, 19 jaar oud.
Twee weken later, eind november 1942, komen vader Jacques, moeder Rela en hun net 9 jaar geworden dochter Carina aan in Westerbork.
De familie Hertz was bevriend met de familie Jacobson, Dr Beguinlaan 14, die nog geen kilometer van hun huis in de Laan van Leeuwesteyn woonde. Beide gezinnen hadden dochters van dezelfde leeftijd en zij zullen samen in Westerbork zijn aangekomen. Op de kaarten van de Joodsche Raad wordt als adres van de familie Hertz zelfs Dr. Beguinlaan 14 genoemd.
Uit correspondentie blijkt dat Jacques Hertz eind december 1942 in Westerbork in het ziekenhuis lag. Wellicht zijn zij daarom niet direct gedeporteerd, maar zijn zij tot 7 september 1943 in Westerbork gebleven, in tegenstelling tot de familie Jacobsen, die al in december 1942 is vergast. Dit lot wachtte ook moeder Rela en dochtertje Carina, direct nadat zij vanuit Westerbork in Auschwitz waren aangekomen.
Vader Jacques is ruim een half jaar later in Auschwitz vergast.
Hermine (Mimi) Bonn-Hertz was apothekersassistente. Zij stond sinds juli 1942 ingeschreven bij haar schoonmoeder in Venlo. Hermine was in april 1942 in Venlo getrouwd met Walter Bonn, fabrikant van metaalwaren. Het echtpaar had (nog) geen kinderen.
Volgens een opgave van de gemeente Venlo volgde zij in oktober 1942 haar man Walter vrijwillig naar ‘Het Overbroek’, een Joods werkkamp tussen Ochten en Kesteren. De mannen moesten hier werken aan de afbraak van de militaire Grebbelinie. Waarschijnlijk is Mimi daar niet lang geweest. Op de kaart van de Joodsche Raad wordt vermeld dat zij op 8 oktober 1942 in Westerbork is aangekomen. Daar woonde en werkte zij met haar man Walter, die later ook naar Westerbork is overgebracht, in barak 63 (zilverpapierindustrie) en in het ziekenhuis.
Bijna een jaar later is Mimi op 14 september 1943 op transport gesteld naar Kamp Auschwitz. Haar ouders waren een week eerder naar Auschwitz gedeporteerd. Wellicht hebben zij elkaar in die ene week nog kunnen ontmoeten.
Mimi is vanaf haar aankomst in Auschwitz in blok 10 aan medische proeven blootgesteld geweest. De experimenten in dit blok waren zeer verschillend en varieerden van huidonderzoeken tot dodelijke injecties in het hart.
Hoewel blok 10 in het mannenkamp lag, werden er voor de meeste experimenten vrouwen gebruikt. Uiteindelijk is Mimi in juni 1944 in de ziekenbarak aan tyfus overleden.