Familie Goudsmit - Stork,  Koningin Wilhelminalaan 426

Familie Goudsmit - Stork,  Koningin Wilhelminalaan 426

Naam   Geboorteplaats   Geboortedatum   Overleden   Datum overlijden   Leeftijd
Frederika Goudsmit-Stork  Amsterdam 23-12-1883 Auschwitz   6-3-1944   60
Leon Goudsmit  Amsterdam 20-4-1911 Auschwitz   31-10-1944   33
Sybilla Goudsmit-Manheim Den Haag 3-1-1917 Auschwitz   29-1-1945   28
Frijda Goudsmit  Amsterdam 28-3-1927 Auschwitz   31-7-1944   17

In het gezin Goudsmit waren vier kinderen, twee jongens en twee meisjes. Vader Isaäc (Ies) was een bekende Amsterdamse vakbondsman, bestuurder en geschiedschrijver van de moderne bakkersgezellen- en cacaobewerkersbond.

Leon was het oudste kind, Frijda (Frieda) een nakomertje. Tussen hen beiden in zit een vroeg gestorven dochter en een zoon die de oorlog heeft overleefd.

Tijdens de Duitse invasie in mei 1940 heeft het gezin geprobeerd om vanuit IJmuiden naar Engeland te vluchten. Alleen de vader kon aan boord van een schip komen, de andere gezinsleden bleven in het gedrang achter. Vader Ies overleefde de oorlog, hertrouwde en overleed in 1966 in Amsterdam.

Het gezin woonde aanvankelijk aan de Middenweg in Amsterdam. Tijdens de oorlog is moeder Frederika met haar dochter Frieda naar Voorburg verhuisd.

Leon (Leo) Goudsmit was van 15 oktober 1941 tot 10 maart 1943 als docent voor het vak Frans verbonden aan scholen in Den Haag.

In de zomervakantie 1942 is Leo getrouwd met Sybilla (Bella) Manheim uit Den Haag.

Leo en Bella hadden beiden een ‘Sperre’: een voorlopige vrijstelling van deportatie. Leo vanwege zijn leraarschap en Bella vanwege haar functie als steno-typiste bij de Afdeling Postverkeer (Buitenland) van de Joodse Raad, gelegen aan de Molenstraat 61 in Den Haag.

Frieda Goudsmit maakte eind jaren dertig samen met andere kinderen van de Middenweg in Amsterdam deel uit van het clubje ‘Het vrolijke Achttal’. In een bewaard gebleven poëziealbum schreef zij op Tweede Kerstdag 1939: ‘Een engel komt gevlogen. Zie hoe vriendelijk zij lacht. Het is heus niet gelogen. Geluk is ’t wat zij bracht’.

Samen met zijn vrouw Bella, zijn moeder Frederika en zijn zus Frieda is Leo Goudsmit op een gegeven moment in 1943 ondergedoken. Begin 1944 werden ze echter opgepakt en op 11 februari 1944 naar kamp Westerbork gebracht.

De vier kregen een plek in barak 67, de strafbarak. Bewoners van een strafbarak waren veelal opgepakte onderduikers. Ze kregen minder te eten en moesten dwangarbeid verrichten. Daarnaast hadden hier ondergebrachte geïnterneerden een grotere kans om op het eerstvolgende transport gezet te worden.

Op 3 maart 1944 volgde transport naar Auschwitz waar Frederika Goudsmit-Stork direct na aankomst op 6 maart 1944 werd vermoord, 60 jaar oud.

Dochter Frieda is als tweede omgebracht, 17 jaar jong. Leo volgde enkele maanden later. Hij is 33 jaar geworden. Als datum van overlijden wordt voor beiden de laatste dag van de maand genoemd. Vaak betekent dit dat de exacte datum niet met zekerheid bekend is.

Bella Goudsmit-Manheim, Leo’s vrouw, werd na aankomst in Auschwitz net als haar man geselecteerd. Van haar is bekend dat ze kort na de bevrijding van het kamp stierf in de ziekenbarak van Auschwitz. Zij werd slechts 28 jaar.