| Naam | Geboorteplaats | Geboortedatum | Overleden | Datum overlijden | Leeftijd | |||||
| Samson Muijs | Amsterdam | 25-11-1907 | Auschwitz | 30-9-1942 | 34 | |||||
| Judith Muijs-Bosboom | Amsterdam | 29-12-1909 | Auschwitz | 19-8-1942 | 32 | |||||
| Sonja Muijs | Voorburg | 3-10-1940 | Auschwitz | 19-8-1942 | 1 |
Samson Muijs had een bloemenstal bij het spoorviaduct tussen de Laan van Nieuw Oosteinde en Laan van Nieuw Oost-Indië. Zijn vader Samuel Muijs was diamantslijper in Amsterdam.
Het gezin bewoonde de bovenwoning in de Van Alphenstraat 116. Sonja mocht regelmatig beneden komen in de tuin van de benedenburen Ipenburg.
Samson was een zwager van Abraham Italiaander (Van de Wateringelaan 3) en van Levie van Weren (Van Heurnstraat 216). Ze werkten allen als bloemen- of fruithandelaar.
De gezinnen Muijs, Italiaander en Van Weren maakten deel uit van een groep van 31 Joodse Voorburgers die op 15 augustus 1942 naar Westerbork zijn gedeporteerd en vandaar direct op transport zijn gezet naar Auschwitz. Dit transport was een van de eerste transporten van Westerbork naar Auschwitz. Vrijwel alle gezinsleden van de drie gezinnen zijn direct bij aankomst in Auschwitz vermoord. De drie vaders van de gezinnen hebben zes weken langer geleefd. Wellicht zijn zij in die weken gedwongen tewerkgesteld.
Sonja Muijs (links), in de tuin van de familie Ipenburg (1942)
