Familie Stad, Sluis, Jacob Catsstraat 13

Familie Stad, Sluis, Jacob Catsstraat 13

Naam   Geboorteplaats   Geboortedatum   Overleden   Datum overlijden   Leeftijd
Samuel Stad  Rotterdam 23-1-1910 Auschwitz   30-9-1942   32
Josephina Wilhelmina
 Stad-van der Sluis 
Rotterdam 25-10-1915 Auschwitz   3-9-1942   26
Vrouwkje Stad Rotterdam 11-2-1935 Auschwitz   3-9-1942   7
Leendert Abraham van der Sluis  Rotterdam 4-12-1918 Auschwitz   30-9-1942   23
Eva van der Sluis-Hartog  Mijdrecht 17-08-1878 Auschwitz   26-2-1943   64

In februari 1942 woonden er drie generaties op dit adres: behalve Samuel Stad, van beroep metaalsorteerder, met zijn vrouw Josephina Stad-van der Sluis en hun dochter Vrouwkje woonden er ook een broer van Josephina, Leendert Abraham en hun moeder, de weduwe Eva van der Sluis-Hartog.

De meeste bewoners van de Jacob Catsstraat 13 zijn al vroeg in de periode van Jodenvervolging opgepakt. Samuel Stad is al in juni 1942 in Rotterdam gearresteerd in opdracht van de Sipo (Sicherheitspolizei) en na drie weken naar Kamp Amersfoort overgebracht, zoals zijn arrestatiekaart laat zien. Twee weken later, op 16 juli 1942, is hij vanuit Amersfoort via Westerbork direct naar Auschwitz gedeporteerd. Daar aangekomen is hij als metaalarbeider nog twee maanden als dwangarbeider ingezet in Auschwitz-Birkenau voordat hij is overleden. De officiële overlijdensdatum 30 september 1942 is een aanwijzing dat de precieze datum van overlijden niet bekend is, maar voor het einde van het derde kwartaal 1942 heeft plaatsgevonden.

De vrouw van Samuel, Josephina Wilhelmina Stad-van der Sluis, is op 23 augustus 1942 gearresteerd en nog diezelfde dag met haar dochter Vrouwkje van 7 jaar naar Westerbork gebracht, waar zij acht dagen later zijn doorgezonden naar Auschwitz.

Leendert Abraham heeft wellicht dezelfde gang gemaakt als zijn zwager Samuel Stad. Het beroep van Leendert van der Sluis is door Joodsmonument.nl omschreven als directeur. Over hem is verder weinig bekend.

Moeder Eva van der Sluis-Hartog was weduwe van Benjamin Levie van der Sluis (1873-1927). Hij was koopman, graveur en eigenaar van stempelfabriek Van der Sluis in Rotterdam. Bij haar huwelijk met Benjamin in 1912 was Eva 34 jaar. Benjamin, 39 jaar, was toen al weduwnaar met elf kinderen. Samen kregen zij nog vier kinderen, waaronder de hiervóór genoemde Josephine en Leendert.
Van de vier kinderen van Eva Hartog en Benjamin van der Sluis heeft alleen de jongste, Abraham, de Holocaust overleefd. Hij was zeeman en werkte tijdens de oorlog bij de koopvaardij.

Eva is enkele maanden langer in Voorburg kunnen blijven en op 19 februari 1943 naar Kamp Westerbork gebracht. Volgens de kampadministratie verbleef zij voor haar deportatie op het adres Westeinde 95, Voorburg. Daar zal zij haar toevlucht hebben gezocht, nadat haar kinderen en kleinkind al waren weggevoerd. In Westerbork is zij in barak 68 geplaatst, een van de woonbarakken, direct grenzend aan de strafbarakken. Na enkele dagen is Eva van der Sluis-Hartog op transport gezet naar Auschwitz, waar zij op 26 februari 1943 is vergast.

 

Eva van der Sluis-Hartog
Eva van der Sluis-Hartog

Arrestatiekaarten

StadSluis_arrest.jpg
StadSluis_ArestatiekaartStad.png
StadSluis_arrestatiekaartJosephina.jpg