Voorzichtig herstel | juli 1945

1945 juli Inlevering_100_gulden_6_juli_1945.jpg

Stapje voor stapje herstelde Nederland zich in de zomer van 1945. Het kabinet Schermerhorn was in mei 1945 aangetreden, met professor Piet Lieftinck als minister van Financiën. Een van zijn belangrijkste aandachtpunten was de geldzuivering. Op 6 juli 1945 verscheen het bericht dat vanaf 9 juli bank- en muntbiljetten van 100 gulden geen wettig betaalmiddel meer zouden zijn . Alle biljetten konden ingeleverd worden bij diverse banken. Dat was de eerste stap op weg naar de geldzuivering, die uiteindelijk op 26 september 1945 plaatsvond. Toen kwam het ‘tientje van Lieftinck’ in omloop. Ook in Voorburg verbeterde de situatie. Vanaf begin juli kwam de gaslevering weer op gang, met nog zeer beperkte rantsoenen overigens. De blauwe tram ging weer rijden tussen Den Haag en Leiden, er kwamen bussen voor het vervoer naar Gouda, Delft en Rotterdam. Weliswaar reed op sommige trajecten de trein alweer, maar een reis van Rotterdam naar Amsterdam duurde toen nog 6 uur. ‘Gelukkig’ kon er ook nog geklaagd worden, bijvoorbeeld over de prijs van een maaltijd in de Centrale Keuken. Waarom moest dat in Voorburg 1,60 gulden kosten, waar men in andere plaatsen, zoals in Den Haag, maar 70 cent hoefde te betalen, zo was een reactie .

 

Uit Het Binnenhof, 6 juli 1945, blz. 1

Uit verschillende edities van Het Binnenhof, Haagsche Courant en Trouw, juli 1945